Biografie

Angelo Vergeer. Dat ben ik. Geboren in Den Haag, getogen in Amsterdam, en woonachtig in het Amstelveense. Momenteel aan de slag als parttime metrobestuurder, maar ooit was ik journalist. Bij de grootste krant van Nederland, De Telegraaf. Daar schreef ik voor de Reportage-redactie jarenlang de paginagrote verhalen over binnen- en buitenland. Niet zozeer omdat ik heel nieuwsgierig ben, maar gewoon omdat ik schrijven leuk vind.

Ik schrijf elke dag. Al vanaf het prille begin. Ik was geen ster in opstellen, geen held in Nederlands op school, maar schrijven deed ik wel. Bij de krant berichtte ik over van alles en nog wat. Over grote en kleine drama’s, misstanden, rampenn, vluchtelingenkampen, popconcerten, politiek en economie, vreugde en verdriet, noem maar op; ik was een allesschrijver. Ik schreef over echte mensen die iets hadden meegemaakt.

Maar ik vond het ook leuk om te schrijven over mensen die ik zelf verzon. En al snel vond ik dat leuker. Ook al heb ik twee zonen, een vrouw, en échte vrienden van vlees en bloed, ik vind het ook heerlijk om te leven tussen zelf verzonnen figuren, vrienden of vijanden, die op papier hun eigen leventje gaan leiden. Ik volg ze op hun pad, zoals een toeschouwer acteurs in de film.

Geen kinderboeken, maar jeugdboeken. Die schrijf ik. Waarom? Omdat ik het bijzonder vind om te zien hoe iemand volwassen wordt. Geloof me, die periode is de belangrijkste in je leven. In een paar jaar tijd groei je uit van het kind dat denkt dat alles mogelijk is, je met een trap gewoon naar de maan kunt klimmen, tot de volwassene die wordt geleefd door de waan van de dag, met zijn wetten, zijn overvolle agenda’s, zijn mobieltjes. Nooit meer ergens tijd voor, alleen maar druk.

Denk niet dat mijn jeugd van toen anders is dan die van jou. Dat de jeugd van tegenwoordig is afgegleden op de schaal van normen en waarden. Wij konden er destijds ook wat van. Neem van mij aan, jullie problemen zijn dezelfde als die ooit van ons, net als de emoties. Er zijn nog steeds scholen en ouders om tegen op te boksen; er waren alleen minder McDonald’s toen.

Volwassen worden. Daarover schrijf ik dus. In romanvorm. Lees ‘Vijftien’, mijn eerste boek, uitgegeven bij Uitgeverij De Fontein, genomineerd voor de Jonge Jury-prijs, en je weet waar ik het over heb. Een jongen van vijftien die zijn vader verliest en gravend in diens verleden zelf verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen leven. Je denkt dat het hem nooit zal lukken, maar uiteindelijk lukt alles.

Daar weet ook Martin over mee te praten, hoofdrolspeler uit ‘Tien’. Als het maar blijft regen, de rivier voor zijn huis akelig hoog stijgt, besluit hij dieren te gaan redden met het bootje van zijn vader. Eerst verklaart iedereen hem nog voor gek, onbegonnen werk, maar hij krijgt gelijk. Hij wordt de held van het land.

Voor gek wordt ook ‘Hein’ verklaard, een jongen van dertien die op een dag thuiskomt en zijn moeder dood op de bank vindt. Bang dat hij naar een weeshuis moet, ver weg van school en zijn vrienden, besluit hij verder te leven alsof er niets gebeurd is. Maar ja, waar laat hij zijn moeder? Macaber? Daar denk je heel anders over als je het uit hebt. Het boek, op de markt gebracht door uitgeverij Van Goor, is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

Daar houd ik toch van: boeken baseren op waargebeurde verhalen. Een klein berichtje in de krant, waar zoveel drama achter kan schuilen. Net als in ‘Re-play’, uitgegeven bij Uitgeverij Holland. Een jongen wordt telkens gepest, kan daar niet meer tegen, en steekt zijn belager met een mes op het schoolplein. Waar gebeurd. Maar wat nou als het anders was gelopen? Als iedereen zijn verstand had gebruikt? Voer voor avontuur, en discussie. Van mij krijgen de hoofdrolspelers nog een kans. Om het over te doen. Anders. Beter.

Gebaseerd op waargebeurde verhalen, dat zeg ik. Net als ‘Niemandsland’, uitgeven bij Clavis in België. Het speelt zich af in Zuid-Afrika, en gaat over een opmerkelijke vriendschap tussen twee jongens, blank en zwart, waarbij de vraag speelt of één van die twee nou constant liegt. Of toch niet? Is Jimmy nou wel of niet ontvoerd als kind en jaren als slaaf mishandeld en misbruikt? Lees het en je weet het.

Een broeierig verhaal, en superspannend, net als mijn laatste boek: ‘Zomerkamp’. Over een jongen die niet naar een zomerkamp wil, toch gaat, met heel zijn klas, naar een afgelegen eiland, en daar onder vuur wordt genomen. En niet alleen hij; iedereen. Wat doe je dan? Waar sta je dan? Hij komt van alles tegenkomt, maar vooral zichzelf. Want daar gaan mijn boeken dus over: jezelf worden. Vaak tegen beter weten in. Maar het lukt altijd. Als je volhoudt.

Dat doet Loena ook, in de jeugdroman waar ik nu aan werk. Een liefdesverhaal over een bijna onbereikbare liefde. Over het heden en het verleden, het wel héél verre verleden. Wat doe je als je verliefd wordt op die vreemde jongen uit je straat, terwijl je eigenlijk gewoon astronaut wil worden? Kan niet, lukt niet? You better believe it!

Angelo Vergeer. Dat ben ik. Geboren in Den Haag, getogen in Amsterdam, en woonachtig in het Amstelveense. Momenteel aan de slag als parttime metrobestuurder, maar ooit was ik journalist. Bij de grootste krant van Nederland, De Telegraaf. Daar schreef ik voor de Reportage-redactie jarenlang de paginagrote verhalen over binnen- en buitenland. Niet zozeer omdat ik heel nieuwsgierig ben, maar gewoon omdat ik schrijven leuk vind.

Ik schrijf elke dag. Al vanaf het prille begin. Ik was geen ster in opstellen, geen held in Nederlands op school, maar schrijven deed ik wel. Bij de krant berichtte ik over van alles en nog wat. Over grote en kleine drama’s, misstanden, rampenn, vluchtelingenkampen, popconcerten, politiek en economie, vreugde en verdriet, noem maar op; ik was een allesschrijver. Ik schreef over echte mensen die iets hadden meegemaakt.

Maar ik vond het ook leuk om te schrijven over mensen die ik zelf verzon. En al snel vond ik dat leuker. Ook al heb ik twee zonen, een vrouw, en échte vrienden van vlees en bloed, ik vind het ook heerlijk om te leven tussen zelf verzonnen figuren, vrienden of vijanden, die op papier hun eigen leventje gaan leiden. Ik volg ze op hun pad, zoals een toeschouwer acteurs in de film.

Geen kinderboeken, maar jeugdboeken. Die schrijf ik. Waarom? Omdat ik het bijzonder vind om te zien hoe iemand volwassen wordt. Geloof me, die periode is de belangrijkste in je leven. In een paar jaar tijd groei je uit van het kind dat denkt dat alles mogelijk is, je met een trap gewoon naar de maan kunt klimmen, tot de volwassene die wordt geleefd door de waan van de dag, met zijn wetten, zijn overvolle agenda’s, zijn mobieltjes. Nooit meer ergens tijd voor, alleen maar druk.

Denk niet dat mijn jeugd van toen anders is dan die van jou. Dat de jeugd van tegenwoordig is afgegleden op de schaal van normen en waarden. Wij konden er destijds ook wat van. Neem van mij aan, jullie problemen zijn dezelfde als die ooit van ons, net als de emoties. Er zijn nog steeds scholen en ouders om tegen op te boksen; er waren alleen minder McDonald’s toen.

Volwassen worden. Daarover schrijf ik dus. In romanvorm. Lees ‘Vijftien’, mijn eerste boek, uitgegeven bij Uitgeverij De Fontein, genomineerd voor de Jonge Jury-prijs, en je weet waar ik het over heb. Een jongen van vijftien die zijn vader verliest en gravend in diens verleden zelf verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen leven. Je denkt dat het hem nooit zal lukken, maar uiteindelijk lukt alles.

Daar weet ook Martin over mee te praten, hoofdrolspeler uit ‘Tien’. Als het maar blijft regen, de rivier voor zijn huis akelig hoog stijgt, besluit hij dieren te gaan redden met het bootje van zijn vader. Eerst verklaart iedereen hem nog voor gek, onbegonnen werk, maar hij krijgt gelijk. Hij wordt de held van het land.

Voor gek wordt ook ‘Hein’ verklaard, een jongen van dertien die op een dag thuiskomt en zijn moeder dood op de bank vindt. Bang dat hij naar een weeshuis moet, ver weg van school en zijn vrienden, besluit hij verder te leven alsof er niets gebeurd is. Maar ja, waar laat hij zijn moeder? Macaber? Daar denk je heel anders over als je het uit hebt. Het boek, op de markt gebracht door uitgeverij Van Goor, is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

Daar houd ik toch van: boeken baseren op waargebeurde verhalen. Een klein berichtje in de krant, waar zoveel drama achter kan schuilen. Net als in ‘Re-play’, uitgegeven bij Uitgeverij Holland. Een jongen wordt telkens gepest, kan daar niet meer tegen, en steekt zijn belager met een mes op het schoolplein. Waar gebeurd. Maar wat nou als het anders was gelopen? Als iedereen zijn verstand had gebruikt? Voer voor avontuur, en discussie. Van mij krijgen de hoofdrolspelers nog een kans. Om het over te doen. Anders. Beter.

Gebaseerd op waargebeurde verhalen, dat zeg ik. Net als ‘Niemandsland’, uitgeven bij Clavis in België. Het speelt zich af in Zuid-Afrika, en gaat over een opmerkelijke vriendschap tussen twee jongens, blank en zwart, waarbij de vraag speelt of één van die twee nou constant liegt. Of toch niet? Is Jimmy nou wel of niet ontvoerd als kind en jaren als slaaf mishandeld en misbruikt? Lees het en je weet het.

Een broeierig verhaal, en superspannend, net als mijn laatste boek: ‘Zomerkamp’. Over een jongen die niet naar een zomerkamp wil, toch gaat, met heel zijn klas, naar een afgelegen eiland, en daar onder vuur wordt genomen. En niet alleen hij; iedereen. Wat doe je dan? Waar sta je dan? Hij komt van alles tegenkomt, maar vooral zichzelf. Want daar gaan mijn boeken dus over: jezelf worden. Vaak tegen beter weten in. Maar het lukt altijd. Als je volhoudt.

Dat doet Loena ook, in de jeugdroman waar ik nu aan werk. Een liefdesverhaal over een bijna onbereikbare liefde. Over het heden en het verleden, het wel héél verre verleden. Wat doe je als je verliefd wordt op die vreemde jongen uit je straat, terwijl je eigenlijk gewoon astronaut wil worden? Kan niet, lukt niet? You better believe it!