Stal

woensdag 26 december 2012

Hebben jullie er eentje staan? Een kerststal? Jozef en Maria, een ezel en een os, een paar herder met wat schapen, liefs eentje met een lammetje op zijn schouders, drie koningen en een kameel. En een voederbak met Jezus erin natuurlijk; anders gaat het hele feest niet door. Begin van het jaar vertelde ik jullie nog over de stal van mijn tante, een enorm gevaarte met enorme beelden, waarvan ik de kameel ruïneerde, maar er leefden meer stallen binnen onze familie. Bij ons thuis vanzelfsprekend, wat wil je ook, als katholieken, al was die niet heel bijzonder. Niet zoals bij een vriendje thuis, waar er geen sprake was van een kerststal maar van een heel kerstdorp! Bij ons echter een stal met van die Franciscusbeeldjes erbij. Hè? Franciscusbeeldjes? Ja, Franciscus was ooit een monnik waarvan beweerd wordt dat hij met de kerststal begon, in de vroege middeleeuwen. Dat zie je meteen aan de kleding van die beeldjes. Kijk maar. Niet echt de mode uit het jaar nul, zal ik maar zeggen. Overigens in Fransciscus heilig geworden door zijn praten met dieren, maar dat terzijde. Nee, dan mijn opa. Die had een stal van de markt, en een boom van karton. Zoiets. In die boom zaten echt brandende kaarsjes, maar dat heb ik net niet meegemaakt, omdat zijn kat Molly er ooit eens insprong, al die blinkende ballen ook, en de boom in vuur en vlam zette. De volgende was opnieuw van karton, mijn opa hield er niet van diep in de buidel te tasten, zij het dit keer met elektrische lampjes. Waarschijnlijk uit Taiwan, want de eerste keer toen ik ze aansloot, stekker in het stopcontact, tien was ik, kreeg ik persoonlijk 220 volt terug. Nee, dan de beeldjes. Hoe het kwam weet ik nog niet maar gaandeweg de kerstjaren smolten ze van de hitte of vielen er gaten in van uitdroging. Jozef had meer weg van een zombie, menig schaap moest het stellen zonder hoofd, en de drie koningen hadden deuken en gaten in hun mantels. De sfeer was er niet minder om. Net als ieder jaar opnieuw dezelfde mop: ‘Het staat in de stal en begint met een d?’ Nou? ‘D’os en d’ezel!’